MENU
Door Ton van Strien

Hieronymus Sweerts

De verzamelaar

Hiëronymus Sweerts (1629-1696) was van beroep boekhandelaar en uitgever te Amsterdam, maar schreef ook veel zelf: alleen al zijn nagelaten (en dus niet eerder in druk verschenen) gedichten, postuum uitgegeven door zijn zoon Cornelis in 1697, omvatten bijna duizend pagina’s en werden door vele bekenden uit de Amsterdamse literaire wereld bezongen. Eerder was Sweerts een van de veertien `Digters of Liefhebbers der Poezy’ geweest, die Vondel ten grave droegen. Toch noemt Lambert Bidloo hem in zijn lofdicht voor het Panpoëticon Batavum (uit 1720) alleen in een voetnoot, als een van de vele `brave poëten’ in Nederland die weliswaar geen klassieke vorming hadden genoten, maar `wier rijmen (toch) met groot voordeel kunnen werden gelezen’. Wellicht dacht Bidloo aan de Innerlycke ziel-tochten op ’t H. avontmaal (vierde druk 1673) of aan Sweerts’ berijmde `bybel-stoffe’, met een uitvoerige poëtische uitbreiding van het Onze Vader en veel ernstige overpeinzingen. Sweerts had zeker een vrome kant. Maar hij had ook gevoel voor humor en satire, zoals onder meer blijkt uit De tien vermakelykheden des houwelyks (1678). Daarin worden de lotgevallen van een jongeman op zijn weg van `vrijer’ tot vader beschreven als een enkele reis naar de hel. Gelukkig de man die nooit een vrouw aanraakt, dat is de moraal. Het boekje werd redelijk populair en is tot in de achttiende eeuw meermalen herdrukt.

Sweerts is vooral nog bekend vanwege de enorme verzameling die hij aanlegde van reclameteksten en graffiti: `Koddige en ernstige opschriften op luifels, wagens, glazen [=ruiten], uithangborden en andere taferelen’. Of Bidloo van de lectuur daarvan `groot voordeel’ verwachtte is wel zeer de vraag. Ook al had Sweerts naar eigen zeggen `vele van zeer grove, plompe, vuile en slordige soort’ buiten de verzameling gehouden, krabbels op secreten en dergelijke waren bepaald niet beneden zijn aandacht.

Het eerste deel verscheen in 1682, onder het pseudoniem Jeroen Jeroens; er zouden nog drie deeltjes volgen, in totaal een kleine vijfhonderd bladzijden. In 1969 verscheen een integrale herdruk (raadpleegbaar op de dbnl): beslist de moeite waard voor wie benieuwd is naar wat er op de keurig aangeveegde straatjes van Vermeer en anderen nog meer te zien was.

Verder lezen

Hieronymus Sweerts, 1988. De tien vermakelijkheden van het huwelijk. Ed. E.K. Grootes en Rob Winkelman (Griffioen).

Johan Koppenol, 2005. `Humor van de straat. De “Koddige en ernstige opschriften” van Hieronymus Sweerts.’ In: Ton van Strien en Roel Zemel (red.), `Daer omme lachen die liede’: opstellen over humor in literatuur en taal voor Fred de Bree.

Terug naar de artikelen