MENU
Door Peter Altena

Jacob Campo Weyerman

Berucht hekelschrijver

Bij leven maakte Jacob Campo Weyerman (1677-1747) geen enkele kans op een plaatsje in het Panpoëticon. De man deugde niet, hij schreef voor geld. Er werd zelfs gefluisterd dat hij in zijn weekbladen in opdracht van derden en tegen betaling onschuldige vaderlanders de grond inboorde. Weyerman wist ook dat de literaire poortwachters hem niet hoog hadden: ‘Die man wort by Ons niet getelt,’ hoorde hij over zich zeggen.

In de eerste decennia van zijn werkzame leven was Weyerman vooral schilder van bloemstillevens, hij genoot een zekere faam, maar het bracht onvoldoende op. Weyerman klaagde later dat kunstliefhebbers zijn schilderijen voor een appel en een ei wensten te kopen. Zijn inkomen vulde hij aan met de handel in schilderijen. Zijn herinneringen aan collega-schilders en –schilderessen kwamen terecht in zijn befaamdste boek, De Leevensbeschrijvingen der Konstschilders en Konstschilderessen.

In 1720 veranderde hij van koers en verving het penseel door de pen: hij begon met het schrijven van satirische weekbladen, waarin hij het nieuws op de voet volgde. Hij beweerde  dat hij de mensen toonde zoals zij werkelijk waren en niet zoals zij wilden schijnen. Hij noemde een boef een boef, maar dat had hem naar eigen zeggen veel narigheid opgeleverd: de laster vergezelde hem als een schaduw. Wat hij niet zei, was dat zijn eerlijkheid meer dan eens overging in laster.

Na 1730 werd Weyerman op de hielen gezeten door schuldeisers en het gerecht, maar hij bleef schrijven. In die benauwde jaren schreef hij zijn beste boek, de satirische levensbeschrijving van de Duitse alchemist Syberg. In die biografie treedt Weyerman zo prominent op dat het eerder de biografie van een duel is.

In zijn succesjaren werd Weyerman schitterend geportretteerd door Cornelis Troost, Jacob Houbraken maakte er een gravure van die het gezicht van Weyerman grote bekendheid opleverde. Het portret werd voorzien van deze regels:

Dit’s Campo Weijerman, die zelf vol van gebreeken
Zijn tijdt te veel versleet, met anderen te steeken

Pas toen hij in 1747 in Den Haag in de Gevangenpoort was overleden, kon worden overwogen om hem op te nemen in het Panpoëticon. Hij was niet langer gevaarlijk en kon tonen wat er van hekelschrijvers worden zou. Joannes Badon schreef in 1774 bij het portret van Weyerman:

Zie hier beruchten WEYERMAN,
In schilderkunst niet onbedreven;
Zich zelven heeft hij net beschreven;
Zijn Beelt wordt nog bewaard in ’t Pan:
Hij liet, op zeekre Poort, in ’s Gravenhage ’t leven.

Verder lezen

Anon., 2009. `Biografie Weyerman.’ Website `Stichting Jacob Campo Weyerman’.

Terug naar de artikelen