MENU
Door Ivo Nieuwenhuis

Desiderius Erasmus

Een vreemde eend in de bijt

Weinig auteurs uit het Panpoëticon zullen zo wereldberoemd zijn als Desiderius Erasmus (c. 1466-1536). Die faam dankt de in Rotterdam geboren geleerde ironisch genoeg voornamelijk aan een werk dat door hemzelf als een ‘niemendalletje’ werd afgedaan: zijn Morias Enkomion, beter bekend als de Lof der Zotheid (1511). Deze vernuftige satire op de laatmiddeleeuwse maatschappij, en daarbinnen dan vooral de geestelijke stand, is in vele talen vertaald en spreekt nog altijd tot de verbeelding.

De aanwezigheid van Erasmus in het Panpoëticon is al evenzeer ironisch. Hij had namelijk weinig op met zijn geboorteland. Hij noemt Hollanders lui en onmatig en na 1501 is hij nooit meer in Nederland geweest. Bovendien schreef hij slechts in het Latijn. Dat weerhield Lambert Bidloo er echter niet van hem aan zijn literaire canon toe te voegen met de woorden:

Wie kendt Erasmus niet, die van geleerdheyds stralen,
En letter-oeffening oyt tragte ligt te halen!

Nog steeds vormt Erasmus’ scherpe geest een van de voornaamste punten waarom hij geprezen wordt. Het helpt daarbij dat hij, ondanks zijn soms bijtende kritieken, een verdraagzaam man was, bij wie de redelijkheid hoog in het vaandel stond. Zijn geschriften doen bovendien vaak opvallend modern aan. Zo wijdt hij een flink aantal van zijn Colloquia (Gesprekken, 1518), een handboek bedoeld om jongeren op een speelse manier Latijn te leren, aan de sociale positie van de vrouw, waarbij hij benadrukt dat vrouwen net zo geschikt zijn voor het volgen van intellectueel onderricht als mannen.

Mede vanwege het bovenstaande is Erasmus in recente tijden een internationaal symbool van het humanisme geworden. Hier doet zich echter vaak begripsverwarring voor. Erasmus was een humanist in de renaissancistische betekenis van dat woord: iemand die oorspronkelijke bronnen uit de klassieke oudheid bestudeerde en reconstrueerde. Voor zijn tijd was hij een tolerante denker, maar seculier was hij geenszins. Ondanks alle kritiek bleef hij de katholieke kerk trouw, en hij zag zichzelf, vooral later in zijn leven, veel meer als theoloog dan als schrijver.

Tot zijn bekendste werken behoren, naast  de reeds genoemde Lof der Zotheid en Colloquia, de Adagia (eerste editie 1500), een verzameling Latijnse en Griekse spreekwoorden die in de loop van Erasmus’ leven steeds verder uitdijde, en Encheiridion militis christiani (Handboek voor de strijdende christen, 1504), een soort serieuze pendant van de Lof der Zotheid, waarin Erasmus uitlegt hoe de ware christen moet leven.

Verder lezen

Desiderius Erasmus, 2001. Lof der Zotheid of De Dwaasheid gekroond. Een pronkrede. Vertaling Harm-Jan van Dam.

Johan Huizinga, 1924. Erasmus.

Terug naar de artikelen